Het beweegniveau en de leefstijl van kinderen tussen de 4 en 12 jaar in Nederland staat onder druk. Ondanks dat meer projecten en interventies dan ooit plaatsvinden, blijft het onduidelijk wat die daadwerkelijk opleveren. Dat kan anders, vindt Ziggy Tabacznik van het Health Development Institute (HDI). Met de Gezonde Jeugd Monitor (GJM) ontwikkelde de organisatie een methode die inzicht geeft op hyperlokaal niveau.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) had in 2023 3,7 procent van deze leeftijdsgroep ernstig overgewicht, ten opzichte van 3,4 procent een jaar eerder. In datzelfde jaar voldeed slechts 60 procent van de kinderen aan de beweegrichtlijnen. Deze landelijke cijfers schetsen een zorgwekkend beeld. Tegelijkertijd zegt het niet direct iets wat de situatie is in bepaalde buurten of wijken. De ene wijk is de andere niet en juist die informatie is op postcode-niveau cruciaal om gerichte interventies in te zetten.
Volgens Tabacznik ligt daar de sleutel tot een hoger beweegniveau en betere leefstijl voor jonge kinderen: inzicht op hyperlokaal niveau. Zijn organisatie ondersteunt sinds 2017 gemeenten met het verzamelen van gegevens over de gezonde leefstijl van kinderen. Waar HDI in de begin jaren focuste op motoriek, richt het zich sinds 2023 ook op bredere leefstijlindicatoren.
Tabacznik: “We gaven in Nederland nog nooit zoveel geld uit aan preventie. Daar ligt het niet aan. Maar ondanks de tomeloze inzet van buurtsportcoaches, JOGG-regisseurs en andere professionals weten we nog te weinig over de effectiviteit. Als ik aan een instantie vraag wat de daadwerkelijk impact is geweest naar aanleiding van een project in een wijk, blijft een concreet antwoord vaak uit. Terwijl dát is waar het om draait: is de motoriek van kinderen verbeterd? Is het aantal kinderen met (ernstig) overgewicht gedaald? En voeren we onze interventies wel uit in de wijken waar de gezondheidsrisico's het hoogst zijn? Daar liggen dus kansen."
Om daar verandering in te brengen, lanceerde het HDI de Gezonde Jeugd Monitor (GJM), bestaande uit twee wetenschappelijk gevalideerde en onderbouwde methodieken: de MQ Scan en de Leefstijl Quiz. De MQScan is een wetenschappelijk gevalideerde methode die snel en betrouwbaar inzicht geeft in de motorische vaardigheden van kinderen. In één gymles leggen leerlingen een parcours af, waarna de resultaten direct beschikbaar zijn in een digitaal dashboard.
"Tien jaar geleden ging het vooral over 'meer bewegen'," zegt Tabacznik. "Maar wij zagen dat een grote groep kinderen niet kón bewegen omdat ze de motorische vaardigheden misten. Uitonderzoek weten we dat kinderen met een zwakke motoriek zich minder prettig voelen in beweegsituaties, sneller afhaken en uiteindelijk minder bewegen.Daarom wilden we bijdragen aan het verbeteren van de basisvaardigheden. Onze gedachte was en is: als we een bijdrage leveren aan het verbeteren van de motoriek, gaan kinderen waarschijnlijk ook méér bewegen."
De Leefstijl Quiz, geeft inzicht in dagelijkse leefstijlgewoonten van kinderen: denk aan schermtijd, ontbijtgedrag, zwemvaardigheid en lidmaatschap van sportverenigingen. Het HDI introduceerde deze methode in 2023. "Beleidsmakers hadden behoefte aan actuele en lokale data. Ze merkten dat de landelijke data die ze ontvingen of de frequentie van andere lokale data niet toereikend was om gerichte interventies in te zetten. Uiteindelijk is de quiz ontwikkeld, onder andere door deskundigen van de HaagseHogeschool, epidemiologen en voedingsdeskundigen. Het is zo vormgegeven dat kinderen ze op een leuke en speelse manier tijdens de gymles kunnen beantwoorden. Ook deze resultaten zijn direct beschikbaar in het digitale dashboard."
Dat de gegevens direct beschikbaar zijn in het dashboard maakt een groot verschil ten opzichte van bestaande datasets.Daarnaast onderscheidt deze methode zich doordat jaarlijks gemonitord wordt.Dat betekent dat álle basisschoolkinderen elk jaar worden bevraagd. “Dat is significant anders dan een steekproef van een selectie van kinderen”, legt Tabacznik uit. “Daardoor kun je écht maatwerk leveren met de interventies. Een gemeente heeft op die manier heel duidelijk de risicogroepen in beeld én een gericht handelingsperspectief, waardoor concreet actie kan worden ondernomen.”
Dat wordt bevestigd door Jeremy van Wissen. Hij is coördinator combinatiefunctionaris namens Maastricht Sport. In Maastricht wordt sinds 2019 de MQ Scan ingezet. “Het dashboard van de MQ scan biedt écht unieke inzichten in verschillende leefstijlthema’s in de stad. Hierdoor kunnen we als gemeente ook ongelijk investeren en specifieker interveniëren om gelijke kansen te bevorderen.”
De aanpak is wijd verspreid in Nederland.Inmiddels maken 1370 scholen gebruik van de MQ Scan en namen 484 scholen deel aan de Gezonde Jeugd Monitor. Al ruim 29.000 leerlingen namen deel aan deLeefstijl Quiz. "Door de slimme digitaal ontwikkelde methodieken kun je in korte tijd een heleboel kinderen in beeld brengen zónder dat je veel mensen nodig hebt bij het uitvoeren van de metingen. Vervolgens krijgen gemeenten en scholen direct op postcodeniveau inzicht in motoriek en leefstijl. Uniek is ook dat de informatie gekoppeld wordt aan lokale data die beschikbaar is vanuit het CBS op lokaal niveau, denk bijvoorbeeld aan de sociaaleconomische status. Zo kunnen gemeenten hun interventies doelgerichter inzetten.”
De resultaten van de GJM mogen er zijn. Twee voorbeelden: In Maastricht ging in het schooljaar 2024/2025 5,1 procent van de kinderen in één schooljaar van onder gemiddeld naar een goed motorisch niveau. De stad kon met hulp van de MQ Scan de afgelopen zes jaar met gerichte interventies honderden kinderen per jaar helpen in hun motorische ontwikkeling. Van Wissen: gebruikt de MQ Scan sinds 2019 en kon met gerichte interventies honderden kinderen per jaar op die manier helpen “Mede door de instrumenten van het HDI kunnen wij snel en praktisch een nog beter beeld krijgen van de motorische vaardigheden van onze kinderen. Als dan blijkt dat een leerling bepaalde hulp op begeleiding kan gebruiken, kunnen we gerichte interventies inzetten die het kind kan helpen. We zijn blij dat het opvalt: steeds minder kinderen in onze gemeente blijven motorisch achter.”