Van data naar daden: zo maakt Goeree-Overflakkee beleid tastbaar
In Goeree-Overflakkee zetten scholen, gemeente en sportprofessionals samen de schouders onder een gezonde jeugd. Met behulp van de Gezonde Jeugd Monitor krijgen zij scherp inzicht in hoe kinderen bewegen, spelen en leven. Maar hoe vertaal je die cijfers naar échte impact in de klas, op het schoolplein en in de wijken? We spraken met Chantal van der Klooster, Coördinerende Sportcombinatiefunctionaris, die vanuit haar rol dagelijks werkt aan het stimuleren van gezond gedrag bij kinderen. In dit interview vertelt ze hoe data haar helpt beleid tastbaar te maken, welke uitdagingen er spelen én welke tips ze heeft voor collega’s die scholen willen meekrijgen.
Waar kom jij dagelijks je bed voor uit?
"Ik vind het geweldig om mensen te helpen die moeite hebben om in beweging te komen. Het zien groeien van kinderen naar een structurele bewegingsvorm die bij hen past, motiveert me enorm.”
Wat is jouw beeld van de gezonde leefstijl van basisschoolkinderen momenteel?
"Ik maak me zorgen. Kinderen zijn minder actief, zitten vaker achter een scherm en worden vaak met de auto naar school gebracht. Dit kan leiden tot beweegarmoede en een gemiste ontwikkeling, zowel motorisch als sociaal-emotioneel."
Welke grootste uitdaging zie jij met het oog op impact realiseren?
“De acceptatie, van een gemeente, door inwoners is een barrière. Gemeenten hebben een wettelijke taak, maar inwoners zien hen vaak niet als de juiste partij om gezondheid te bevorderen. Samenwerking met zorgpartners zoals jeugdartsen kan hier een oplossing bieden.”
Met welke reden gebruiken jullie de Gezonde Jeugd Monitor data?
“Scholen merkten dat kinderen minder motorisch vaardig zijn en wilden een onderbouwd advies kunnen geven aan ouders. Daarnaast helpt lokale data ons om gerichter beleid te maken, zoals het inzetten op specifieke kernen waar bepaalde problemen spelen.”
Hoe vertalen jullie de Gezonde Jeugd Monitor inzichten naar concrete acties?
“Door in gesprek te gaan met scholen over de data en het verhaal erachter. Bijvoorbeeld bij een school waar weinig kinderen buitenspelen, organiseren we nu buitenspeelactiviteiten naschooltijd.”
Wat maakt data gedreven beleid bij jullie succesvol?
“Wij gebruiken heel specifiek de GJM data omdat deze onder andere segmenteert op leeftijd en locatie. Zo kunnen we onze sportcombinatiefunctionarissen in dienst, veel gerichter inzetten, waardoor we snel kunnen handelen en concrete acties kunnen uitvoeren.”
Hoe hebben jullie alle basisscholen meegekregen?
Door veel gesprekken te voeren en te zoeken naar mensen binnen scholen die enthousiast zijn over bewegen en gezondheid. Uiteindelijk hebben enkele energieke personen binnen grote organisaties de rest meegenomen. Met iedere school in de gemeente is eenconvenant getekend, hierdoor ontstaat er veel ruimte en mogelijkheden bij de scholen.
Welke tip zou jij collega’s mee willen geven omscholen mee te krijgen?
“Zoek naar mensen binnen de scholen waar energie zit en die het belang van bewegen inzien. Betrek hen actief in het proces.”
Hoe vergroten jullie eigenaarschap bij scholen?
“Door ze stap voor stap te ondersteunen, zoals aanwezig zijn tijdens de afname van de scan en goede voorbeelden te delen. Dit stimuleert hen om het zelf op te pakken.”
Wat zou je collega’s aanraden om data naar actie te vertalen?
“Ga in gesprek met betrokkenen om het verhaal achter de data te begrijpen. Zorg dat inzichten aansluiten op het niveau van school, zo wordt het tastbaar. Dit helpt om gerichte acties te formuleren die aansluiten bij de behoeften.
De kennis is er, de intentie ook. Nu moeten we het samenbrengen.”
Op welke punten wil je nog verbeteren?
“Het vervolgtraject van de GymPlus-lessen kan beter. Ik wil meer samenwerking met zorgprofessionals zoals kinderfysiotherapeuten en diëtisten.”
Als je naar de toekomst kijkt, welke wens heb je nog?
“Meer samenwerking tussen zorg, onderwijs en sportcombinatiefunctionarissen. Dit vergroot het vertrouwen en de impact, vooral bij ouders..”
.png)
