Binnen 1 sprint rennen, dribbelen, kijken en vervolgens passen, hoe dan?

Iedereen die ooit zijn of haar rijbewijs heeft gehaald weet hoe spannend het kan zijn. Je nadert een rotonde, wat ga je doen? Remmen, koppeling intrappen, schakelen, richtingaanwijzer aan, sturen, om je heen kijken. In de eerste paar lessen lijkt het onmogelijk. Hoe kan iemand zo veel handelingen tegelijkertijd en achterelkaar uitvoeren? Herkenbaar?

Dit komt natuurlijk niet alleen voor in de auto maar ook in de sportwereld. Lees meer over het vermogen dat zorgt dat wij dit allemaal kunnen doen en hoe je dit vermogen kan trainen.

Wat is het koppelingsvermogen?

Dit is het gelijktijdig of achtereenvolgend kunnen combineren van meerdere beweegvaardigheden. Oftewel, bij koppelingsvermogen gaat het om bewegingen zo vloeiend mogelijk in elkaar over te laten lopen. Het wordt ook wel het schakelvermogen genoemd. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen drie soorten koppelingsvermogens:

1. Het zo efficiënt mogelijk uitvoeren van verschillende handelingen achter elkaar
   Denk bijvoorbeeld aan een obstable run. Het doel van een obstacle run is om zo snel mogelijk over een baan te gaan waarin je allerlei verschillende obstakels tegenkomt en overwint. Het koppelingsvermogen speelt hierbij een cruciale rol. Van klimmen over muren naar hangen in de touwen binnen enkele minuten, en dit terwijl je aan het rennen bent. Een goed ontwikkeld koppelingsvermogen zorgt ervoor dat jij de meest efficiënte beweeguitvoering kan kiezen en deze kan uitvoeren.

2. Op de meest efficiënte manier van beweegrichting veranderen
   Wie kent (en verachtte het vroeger) niet; de shuttle run test. Jarenlang wordt dit al als meetinstrument gebruikt om de conditie van kinderen op basisscholen en middelbare scholen te meten. Belangrijk bij het afleggen van deze test is het moment dat een leerling om moet draaien en van beweegrichting moet veranderen. Sommige kinderen rennen een extra halve cirkel achter de lijn maar dit is geen duurzame manier van draaien voor deze test. Kinderen die zich op een effectieve manier zich om kunnen draaien en weer richting de andere lijn rennen, kunnen het langer volhouden tijdens deze test.

In vrijwel elke sportwedstrijd komt het veranderen van richting of het omzeilen van je tegenstander wel voor. In veel van deze gevallen moet je in een korte tijd, voor een korte of langere afstand, van richting veranderen. Dit kan een meter zijn om je tegenstander te ontwijken of wel tien meter om een hele andere kant op te gaan.

3. Verschillende ledenmaten zo goed mogelijk met elkaar laten ‘communiceren’ voor een optimaal resultaat.
   Het is een hele mond vol maar het houdt in dat een sporter er baat bij heeft als de armen en benen allebei goed motorisch ontwikkeld zijn. Als iemand zowel gevoetbald als gehonkbald heeft als kind, dan is er een goede kans dat zij/hij een goede algemene beweger is. Honkbal en voetbal worden hier als voorbeeld gebruikt omdat honkbal zich (voornamelijk) focust op de motorische ontwikkeling van het bovenlichaam en voetbal focust zich (voornamelijk) op de motorische ontwikkeling van het onderlichaam.

Kinderen ontwikkelen eerst het motorisch vermogen in het bovenlichaam en daarna pas in het onderlichaam.

Hoe kun je het trainen?

Koppelingsvermogen wordt het beste getraind van makkelijk naar moeilijk. In een sport- en beweegsituatie kun je oefeningen achter elkaar plaatsen of oefeningen verlengen. Daarnaast kan je er ook aan denken om oefeningen juist los te koppelen van elkaar en deze losse bewegingen eerst uit te proberen. Kijk voor meer inspiratie naar de ASM-video’s op de MQ wat nu? pagina.

Koppelingsvermogen op de MQ-baan

In de blog over snelheid is het koppelingsvermogen al even kort aan bod gekomen. Dit komt doordat je deze twee aspecten niet los van elkaar kan zien. Een van de redenen dat de kinderen zo snel mogelijk over de baan moeten gaan, is om te testen hoe goed zij de verschillende bewegingen uit de tien grondvormen van bewegen aan elkaar kunnen koppelen. Er is namelijk niet 1 specifiek onderdeel waar de motoriek getest wordt. Het gaat om het totaal plaatje wat ons meer vertelt over de motoriek van een kind en de ontwikkeling ervan.

Link up!